Eerste kwartaalrapportage

Uit deze reserve kunnen we eventuele verliezen op de gronden die wij verhuren of in erfpacht hebben uitgegeven betalen. We stellen voor om de egalisatiereserve op te heffen. We hebben als gemeente één centrale egalisatiereserve. Dat is de saldireserve.

Dat betekent natuurlijk wel dat tegenvallende huurinkomsten in te toekomst ten laste van het perspectief komen. Dit geld ook voor bijvoorbeeld eenmalige verkoopkosten of saneringskosten en verkoopopbrengsten voor gronden die we gaan verkopen. Om deze kosten te betalen begroten we vanaf 2021 hiervoor structureel € 0,2 miljoen aan verkoopkosten en € 0,2 miljoen aan verkoopopbrengsten.

We zien nu ook dat bijvoorbeeld huurders door de corona vaak om uitstel van betaling vragen. Hier zit wel een risico in op tekorten.

Voor de invoering van de Omgevingswet en Wet kwaliteitsborging (Wkb) is in het verleden incidenteel geld beschikbaar gesteld. Hiermee betalen we de invoeringskosten tot en met 2021. We verwachten dat de wetten op 1 januari 2022 in gaan. Maar ook daarna moet er nog werk worden gedaan. We vragen nu extra geld voor de invoering van deze wetten voor de jaren 2021 t/m 2024.

Het extra geld is nodig voor:
1. omgevingswet proof maken van de gemeentelijke organisatie
2. het maken van een omgevingsvisie, omgevingsplan en verordeningen
3. Faciliteiten, pilots en verkenningen
4. Management kosten
5. Participatie en communicatie

Er moet een 'omgevingsvisie' worden gemaakt. Een 'omgevingsvisie' is een plan waarin staat hoe de stad er op de langere termijn uit moet zien. Het gaat hierbij ook om cultureel erfgoed, energie, landbouw, landschap, milieu, natuur en water.

Dit plan maken we samen met de inwoners en de gemeenteraad. Verder moeten we ook nog 'omgevingsplannen' maken. In zo'n plan staan alle regels die van toepassing zijn op onze fysieke leefomgeving. Deze plannen komen in de plaats van bestemmingsplannen.

De implementatie vindt gefaseerd plaats tot 2029, waaronder de tweede fase van de Wkb (vanaf 2025). Onzeker is welk budget hiervoor nodig is, en of het Rijk ons daar nog voor compenseert.

Voor het nadelig structurele effect op onze legesinkomsten en uitvoeringskosten, zoals genoemd in de risicoparagraaf, gaan we er in ieder geval van uit dat het Rijk ons compenseert.

De Omgevingsdienst Flevoland & Gooi en Vechtstreek (OFGV) voert voor ons milieutaken uit. Een deel van de taken deden wij als gemeente zelf. De Provincie heeft ons opgedragen deze taken ook over te dragen. Het gaat om het milieutoezicht op de zogenoemde lichte categorie milieu inrichtingen. Voor deze activiteiten hanteerde de gemeente een andere (goedkopere) werkwijze dan de omgevingsdienst. Bij de begroting 2021 dachten we dat de taakoverdracht ons structureel € 250.000 zou kosten. Eind 2020 is met de OFGV een overeenkomst gesloten. Hieruit blijkt dat de kosten met ingang van 2022 nog € 0,1 miljoen hoger liggen.

Ook is er structureel een extra bijdrage van € 7.000 voor gestegen automatiseringskosten. Tot slot is er in 2022 een incidentele bijdrage nodig aan de OFGV van € 39.000 voor de voorbereidingskosten van de Omgevingswet.

Misschien komen er ook nog extra kosten voor onze wettelijke verplichtingen op het gebied van bodemtaken en bijvoorbeeld duurzaamheid/energie. Op dit moment wordt dat nog in beeld gebracht. Als blijkt dat er een knelpunt ontstaat komen wij daar bij de Programmabegroting 2022 op terug.